EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP LEDEN, ASPIRANT LEDEN EN
SCHORSING__
artikel 9________________________________________________________
1. Het lidmaatschap of aspirant lidmaatschap eindigt :______________________
a. wanneer naar het oordeel van het bestuur niet meer
voldaan wordt aan artikel
7, lid 1 onder a. of b.;_________________________________________
b. niet meer voldaan wordt aan artikel 7, lid 2; _________________________
c. wanneer het lid of aspirant lid, na een eenmalige
hernieuwde aanzegging, __
niet binnen de in de aanzegging genoemde termijn aan zijn
financiële______
verplichtingen volgens artikel 10 voldoet;___________________________
d. door het overlijden van het lid of aspirant lid;________________________
e. door opzegging door het lid of aspirant lid; _________________________
f. door opzegging namens de vereniging. Dit kan geschieden
wanneer een lid of
aspirant lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het
lidmaatschap of____
aspirant lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen,
wanneer hij zijn____
verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, waaronder
wordt begrepen _
het niet loyaal uitvoering geven aan het door, of namens de
vereniging _____
opgestelde wildbeheerplan en het niet aanleveren van de
door de WBE ____
gevraagde afschot en/of inventarisatiegegevens, alsook
wanneer _________
redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden
het lidmaatschap of
aspirant lidmaatschap te laten voortduren;__________________________
g. door ontzetting. Dit kan alleen geschieden wanneer een
lid of aspirant lid in__
strijd met de statuten, reglementen of besluiten der
vereniging handelt, of de _
vereniging op onredelijke wijze benadeelt, dit naar het
oordeel van het _____
bestuur. __________________________________________________
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het
bestuur. Het lidmaatschap _
of aspirant lidmaatschap kan onmiddellijk worden beëindigd
indien van de _____
vereniging of van het lid of aspirant lid redelijkerwijs
niet gevergd kan worden het
lidmaatschap of aspirant lidmaatschap te laten voortduren. ________________
3. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het
bestuur, een beroep is______
mogelijk op de Algemene Leden Vergadering. Betreft het de
ontzetting van een _
bestuurslid, dan wordt buiten diens aanwezigheid door de
overige leden van het _
bestuur beslist.________________________________________________
zesde blad
20110265WS 20110891
4. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door
de vereniging op grond
van het feit dat redelijkerwijs van de vereniging niet
gevergd kan worden het____
lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot
ontzetting uit het ______
lidmaatschap staat de betrokkenen binnen één maand na
ontvangst van de ____
kennisgeving van het besluit beroep open op de Algemene
Leden Vergadering. _
Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het
besluit met opgave van ____
redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en
hangende het_____
beroep is het lid geschorst. _______________________________________
5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een
verenigingsjaar eindigt, volgt ____
daaruit geen recht tot restitutie van (een deel van) de
jaarlijkse bijdrage._______
6. Het bestuur is bevoegd als disciplinaire maatregel een
lid te schorsen, steeds___
voor een periode van maximaal twee maanden, zonder dat daar
een besluit tot__
opzegging of ontzetting aan vooraf gaat.______________________________
7. Indien een lid door een gerechtelijke uitspraak zijn
jachtakte tijdelijk moet missen,
beslist het bestuur dat het lidmaatschap gedurende het
ontbreken van een _____
jachtakte kan
blijven voortbestaan.__________________________________